Zwaardere tochten zijn dezer dagen niet aan onze gehavende knietjes besteedt en dus kiezen we vandaag voor een bezoekje aan Lut & Luk in het vlakke Venetië van het Noorden. Fillie wordt onze treingezel, vinnige tachtigjarige die ooit de eerste vrouwelijke buschauffeur van ’t Stad was. Ze kan het nog altijd even goed uitleggen …
Vijfhonderd meter wandelen door splinternieuwe voetgangerstunnels vanaf het station, een luxe dezer dagen. Inschrijven en wegwezen voor een kleine 30 km Vestingentocht. En we beginnen ook zo. Langs een plantsoen en een eerste strook Brugse wateren. Draaien weg van het nat voor een heuse, saaie stratenloop tot de Scheepsdalebrug, modern bouwwerk. Passeren het stationnetje van Sint-Pieters-Brugge, een spoorwerf en dan eindelijk wat akkers. De eerste pauze komt eraan, trappekes op na eerder flauwe 6 km.
Meteen na de rust gaat de 30 km er vandoor. We blijven een tijdje onderaf de spoorbaan en vervolgen door een moerassig bosje. Den IJzeren Weg zal nooit veraf zijn. We volgen het fietspad richting Blankenberge linea recta tussen links natuur en rechts, een deels verscholen bedrijvenzone. Het is een stralende lentedag en we vervelen ons niet eens. Bij de Herdersbrug, na een gigantische bouwwerf, lopen we een slapend dorp binnen, Dudzele. Veel ‘dudskes’ komen we niet tegen tot de rustpost café De 3 Zwanen, Oud Gemeentehuis en Tramstatie.
Hoog tijd om de innerlijke mens te versterken en voldaan gaan we weer op pad. Langs kerk en burgerlijke toren het dorp uit en de polder in. Kruisabele blijkt het hier te noemen. Slingerende tarmacjes lopen tussen verspreid liggende hoeves, in bedrijf of omgebouwd tot riante woningen. Op de achtergrond de imposante torens van Damme & Brugge. Bomen netjes op een rij verraden de ligging van de Damse Vaart. Koolkerke wordt het volgende dorp dat wij aandoen als rustplaats. De grasperken van het dorpsplein liggen er weelderig kleurrijk bij. Paars & wit van de krokussen en geel van de Paasbloemen, prachtig !
Langs kerk en kerkhof opnieuw op pad. Een half verhard fietspad voert ons tussen natte weilanden richting Fort van Beieren. Landdijken verraden waar in vroegere tijden omwalde gebouwen stonden. Een strookje bos en we bereiken de Damse Vaart. Delen het jaagpad met vele fietsers van zeer gevarieerd kunnen. Lopen de Brugse binnenstad in voor onze laatste pauze, een gezellig geïmproviseerd terras bij cafeetje Calvarieberg. Een vrolijke bonte bende geniet er van lentekriebels !
De laatste loodjes dan. Dokkeren over kasseitjes van smalle straatjes in de omgeving van hotelschool Spermalie. Finaal de vesten op bij de windmolens. Rustig wandelen, soms al eens tussen de toeristen door over de vesten voorbij de Gentpoort richting station. Even wordt de rust verstoord door een kleine carnavalsstoet. De echt laatste loodjes tot de Brugse Zot zijn dezelfde als de eerste vanmorgen. Als de dorst gelest is een laatste keer door de voetgangerstunnel tot de bomvolle trein naar de Koekenstad. Ons dagje Brugge zit er weer eens op.